|
|
Day 1The road through nowhere
Na een plezante maar korte nacht, besluiten we niet te blijven plakken. Als we Baku willen bereiken is er geen tijd te verliezen, Tbilisi – Baku is ongeveer 560km, een lange tocht dus met daarin nog een grens overgang. Dus we slaan koffie, thee en ontbijt af, nemen weer afscheid van Nari en Zura en gaan op pad. Eerst een bus om uit het centrum en richting autostrade te gaan en dan begint onze tocht pas echt. Als die bus de voorbode is voor wat ons in Azerbeidjan te wachten staat, weten we niet goed of we dat wel zien zitten. Er zit een Azerbeidjaanse vrouw in de bus, die zich duidelijk geprovoceerd voelt. Ze ziet er heel erg marginaal uit en roept en tiert de hele bus bij elkaar. Degenen die haar proberen kalmeren daar veert ze naar op, zwaait met haar vuisten,… Wij bekijken het wat, maar hebben toch onze bedenkingen. Na de bus en een auto, hebben we een camion te pakken die tot Baku gaat, wij kunnen niet heel die rit mee want wij zijn vlotter over de grens over. We mogen wel nog mee lunchen in een truckers restaurant op 5km van de grens, na een uur is het voor ons welletjes, maar onze chauffeur heeft 2u rust en dus gaan we op zoek naar een nieuwe lift. Die vinden we in de vorm van een aftands Lada 1600-tje met Azerbeidjaanse nummerplaat dat we van ver horen afkomen, ons aan topsnelheid voorbij zoeft om dan vol in de remmen te gaan, een U-turn te nemen en ons komt oppikken. Ze brengen ons tot op de grens, Georgie uit gaat vlot. De wandeling door niemandsland gaat wat trager door de vele mensen die gepakt en gezakt voor onze voeten waggelen en eens aan de Azerbeidjaanse kant is het een drukte van jewelste met allemaal opeen gepakte mensen die staan aanschuiven om het land binnen te mogen. Er is een rij voor Azerbeidjaanse paspoorten en eentje voor foreign paspoorten, wij dus… maar onze rij staat ook vol Azeri’s die pakken pampers doorgeven, cigaretten, zakken met groenten, fruit,… en daar staan we dus tussen. Zowat een uur. Als we eindelijk aan de beurt zijn is het net wisseling van de wacht en de verse is duidelijk slecht gezind. De stempel van Armenie helpt ook al niet: “Why you travel to Armenia?”… Tja, waarom… Uiteindelijk, dik tegen zijn goesting volgt de stempel dan toch, we zijn in Azerbeidjan! En dan hebben we nog een kleine 500km te gaan en het is al een stuk in de namiddag. We krijgen een lift van een Lada met een Turk en een Azeri aan het stuur. De conversatie met ons gaat in het Russisch, moeizaam, maar het gaat… Ze nemen ons een heel eind mee en net voor zonsondergang passeren we de laatste stad van betekenis, waar volgens onze kaart nog hotels zijn. Even later passeren we ook de afslag waar zij moeten zijn en het is ons niet geheel duidelijk wat nu eigenlijk de bedoeling is. Blijkt dat zij niet weten waar ze ons moeten afzetten want hier is niets meer, en wij vragen naar een hotel want het is ondertussen toch al 20u maar er blijkt er geen meer in de buurt te zijn… Door miscommunicatie en elkaar niet verstaan, is het dus een vervelende situatie, wij willen hen geen 40km laten terug rijden, zij willen ons niet zomaar achterlaten. Uiteindelijk zetten ze ons af aan een bus stop. Wij hebben uiteraard nog een geen Azerbeidjaanse munt en wij willen liften, dus de bus is geen optie. Een camion dan maar… Die is snel gevonden, een Kamaz (Russische camion) met Bachaladid aan het stuur. Hij lispelt een beetje wat het er niet makkelijker op maakt en hij zwijgt geen 2 seconden. Onze Russische conversatie is vrij snel uitgeput en wij zelf ook, zeker als hij begint over de huwelijksnacht in Azerbeidjan en zich afvraagt of wij nog maagden zijn… Hij heeft uiteindelijk door dat we nu echt wel uitgepraat zijn, dus de rit verloopt verder in stilte en we gaan traag maar zeker vooruit. Heel traag… en Bachaladid begint echt wel moe te worden. Op onze kaart is het nog 20km tot een hotel… Die 20km gaat van kwaad naar erger, we doen er een half uur over, het lijkt eindeloos. Als we bij de plek aankomen die onze kaart aangeeft, vragen we te stoppen en ons af te zetten. Bachaladid is blij dat hij van ons af is, hij kan nu ergens parkeren en gaan slapen, en wij zijn blij dat we ook kunnen gaan slapen. Althans dat hopen wij. Niets is minder waar, er is geen hotel, er loopt daar wel wat volk en er wordt ons verteld dat het Socar pompstation ook een hotel is, een 20km verder… En dus staan we daar langs de autostrade in the middle of nowhere… We spreken opnieuw een trucker aan, hij kent het Socar hotel maar volgens hem is dat niet over 20km maar op 20km van Baku centrum... Hij neemt ons mee, hij heet Kamal en is een hele rustige mens. Hij spreekt zijn Russisch net zo dat wij het kunnen verstaan, geen te moeilijke, lange zinnen, en hij zwijgt als hij merkt dat we moe zijn. Wij vechten ondertussen tegen de slaap, op zoek naar dat ene hotel langs de weg. Maar de slaap wint het, en er is verder ook niets. Tot aan het Socar hotel, inderdaad vlakbij Baku. Aan de overkant van wat een immens op- en afritten complex lijkt, we zien het maar het lijkt onbereikbaar. Kamal begrijpt dat als hij ons hier laat uitstappen we waarschijnlijk slaapwandelend onder een voertuig belanden. Hij zegt dat we in zijn huis kunnen overnachten, dat er 1 bed is en dat we morgenvroeg als hij gaat werken ook mee moeten opstaan. Wij zijn te moe om er veel over na te denken en te discussieren en rijden mee. Nog een uurtje… Helemaal door de industrie van Baku, blijkt dat we nog asfalt moeten gaan lossen! Om 1u ’s nachts rijden we eindelijk het depot binnen, op de weegbrug, lossen, en weer op de weegbrug. De camion wordt geparkeerd, maar waar is Kamal zijn huis nu? We stappen in een auto en worden enkele straten verder afgezet bij een klein huisje. Het is heel basic maar proper en netjes en het heeft 1 bed. Kamal kookt ons nog iets te eten, zorgt nog voor thee en een shotje vodka om te toosten, legt ons met hand en tand uit hoe we morgen in het centrum van Baku kunnen raken en dan is het bedtijd. Kamal staat het enige deken af, maar heeft dus kou, wij hebben het lekker warm maar wel heel weinig plaats om te bewegen… Maar we hebben onderdak en eten gekregen en zijn doodmoe, dus we zijn blij met dit plekje. |
Day 2Kleine oogjes
Kamal maakt ons even voor 8u wakker, dat is al een uur later dan we gisteren dachten op te moeten staan, een meevaller! Hij maakt nog thee, we nemen afscheid en gaan op zijn aanwijzingen voort om in het centrum te raken. Dat blijkt super simpel. Vlakbij zijn huis is een klein pleintje, daar stopt een bus. Die moeten we nemen tot Koroglu, daar zouden we dan moeten overstappen op de Metro naar Ichersheher. De uitspraak van die plaatsnamen vergt wel wat oefening. Er heerst een gezellige drukte in de straatjes, helemaal anders dan toen we hier vannacht rond reden. De bus staat er al maar wij hebben geen cash in de lokale currency, maar er blijkt zelfs een automaat vlak in de buurt te zijn. We stappen in de bus, die zit overvol, de gesprekken zijn er geanimeerd. Koroglu blijkt het eindstation en een grote hub te zijn, vlakbij het Olympisch stadium. We gaan de metro binnen, het is er wringen tot bij een ticketjes automaat, die geeft je 10 sec om je geld erin te steken, dan komt het startscherm weer. Hoewel iedereen gehaast is, is het toch een gedisciplineerde chaos en worden we geduldig verder geholpen. De automaten zijn snel en eigenlijk nog eenvoudig te gebruiken, iets waar ‘de Lijn, de NMBS,…’ nog wel iets van kunnen leren. En dan gaan we naar de perrons. Overvol! De eerste trein: Overvol!.... Uiteindelijk laten we 3 treinen in onze richting passeren waar we gewoon niet inkunnen, bij de 4de smijten we ons toch maar in de massa, anders blijven we staan. Eens in de trein valt het allemaal we mee, en enkele stops verder zijn we bij Ichersheher, aan de ingang van de oude stad, het is dan ongeveer 9u. Tijd voor ontbijt dus, en dat vinden we al vrij snel. Het kost ons 10 Euro maar het is zeer uitgebreid en het smaakt! Vers appelsiensap, thee, water, vers gemaakt brood, een assortiment kazen en zoetigheid voor erbij, een omelet, zelfs frietjes, het is er allemaal… Nu we er weer even tegen kunnen gaan we op pad, een wandeling door de oude stad, bezoek aan het Shirvanshahs’ paleis, en dan op zoek naar een hostel dat we eerst niet vinden maar na vragen vlak voor onze neus blijkt te zijn. We checken in, leggen ons neer en vallen bijna meteen in slaap… Tegen de avond staan we op, gaan voor een wandeling langs de kustlijn en op zoek naar eten. We hebben wel eens zin in iets anders en een stad als Baku is daar wel de plek voor. We vinden een sushi plek, en laten ons eens goed gaan! Het smaakt! De rekening nadien is ook navenant maar dat kan ons niet zoveel schelen, we hebben ervan genoten! |
Day 3Modder
Vandaag checken we uit uit de hostel en verhuizen we naar het appartement van een couch surfer, Malik. We willen ook naar Gobustan naar de mud vulcanoes, modder die opwelt uit de aarde en naar de Petroglyfen. We raken vlot aan auto’s om ons telkens een stukje te brengen en de laatste die stopt zit eigenlijk al vol, maar we mogen toch nog mee, met z’n 4 op de achterbank… Dat is uiteindelijk maar een klein stukje dan stapt de eerste uit en dan blijkt ook dat onze chauffeur eigenlijk een taxi chauffeur is. Hij had dat al gezegd maar wij antwoordden dat we aan het liften waren en uiteindelijk mochten we mee. Als ook de andere 2 zijn uitgestapt, legt hij ons uit dat hij ons wel naar het museum en de Petroglyfen wil brengen, maar als we naar de mud vulcano’s willen gaan we wel moeten betalen. Dat is immers 20km over hele slechte weg. Dit klopt met wat we gelezen hebben en we vergelijken snel de prijs die hij vraagt met wat er in de folders staat die we in Baku van travel agencies gekregen hebben. We proberen er nog 5 manat af te krijgen maar dat lukt niet, het lijkt ons wel een faire deal en dus gaan we akkoord en laten ons bij de mud vulcano’s afzetten… Modder die dus opborrelt. Meer valt er ook niet van te zeggen, behalve dat de modder koud is integenstelling tot wat je intuitief zou aannemen. ’t Is wel een plezante uitstap en inderdaad, de enige auto’s die hier komen zijn taxi’s vol toeristen. In de zomer wordt hier in de vulcano’s gesprongen, maar daar is het nu wat koud voor. En al goed dat onze chauffeur papier in zijn auto legt om zijn kraaknette interieur te beschermen want die modder plakt goed aan onze schoenen! Dan naar de Petroglyfen, daar regelt onze chauffeur nog dat we binnenkunnen aan studententarief en voor het museum geeft hij ons 15 min tijd. Dat blijkt niet genoeg want het is best wel groot en goed opgezet, het mocht hier iets kosten. En voor onze vuile schoenen kregen we overtrekskes, hoewel er hier meer personeel is dan gasten om achter ons op te kuisen… Terug in centrum Gobustan, zoeken we een lift terug naar Baku en laten ons bij een metrohalte afzetten, we hebben nog net tijd om via Koroglu met een bus naar de vuurtempel te gaan. We arriveren er net voor sluitingstijd en hebben de plek bijna voor ons alleen en in mooi avondlicht! Dan terug naar Baku op zoek naar een restaurantje voor het avondeten en we contacteren Shahin, een andere couch surfer waar we niet konden overnachten maar die ons met veel plezier wat van Baku wil laten zien. Er volgt een wandeling door zowat heel de stad, met 100-en trappen en een metrorit naar het gebouw van Zaha Hadid om af te sluiten. Een toffe avond! En dan is het ruim 23u en dan hebben we nog wat sociale plichtplegingen zoals thee drinken met Malik in zijn appartement alvorens ons bed wordt gemaakt. We zijn bekaf! |
Day 4In vuur en vlam
We staan op tijd op, proberen de zetel van Malik opnieuw van bed naar zetel te puzzelen en laten een briefje achter want hij ligt nog te slapen en gaan op pad. Maar we vertrekken niet uit Baku voor we ook nog de vuur berg bezocht hebben. Een berg die al 4000 jaar in brand staat. We doen dit met de metro en de stadsbus en hopen tegen 12u klaar te staan om richting Lahic te hitch hiken, een 182km. Goed in time management als we zijn loopt dat bezoek aan die berg uiteraard helemaal uit door de oer trage bus en op de terug weg door een zeer lange metro rit naar het andere einde van de stad om aan het busstation richting snelweg te raken. Het bezoek aan de berg was wel de moeite, we moesten even kijken want the place to be bevindt zich achter een grote werf waar alles in het werk is gezet om er een fancy toeristische trekpleister te bouwen. Aan het busstation eten we met onze laatste centen een (turkse) Schwarma, zowat het goedkoopste eten dat in Azerbeidjan te vinden is. We willen absoluut vermijden om nog eens voor een paar euro langs de geldautomaat te moeten. En dan gaan we op pad, maar welke oprit leidt naar welke autostrade en in welke richting draait de weg dan op dit of dat viaduct. Niet eenvoudig om een overzicht te krijgen maar we kunnen wel makkelijk een talud oplopen naar de oprit van de highway. Lang moeten we niet wachten en we stappen in een auto maar als de chauffeur begrijpt waar we naartoe moeten zet hij ons vrij snel af met een uitleg die we niet verstaan. We kijken nog eens op de kaart en zitten op de foute autostrade… Terug in de andere richting, tot een viaduct en daar wisselen? Maar hoe gaan we dat uitleggen en wat een tijdverlies met nog zo een lange weg te gaan. Als bij wonder vinden we iemand die ons een beetje wegwijs maakt en met een wandeling van 700m door een klein straatje staan we ineens pal langs de andere highway. Ook hier vlot het liften goed en we worden opgepikt door een cipier, die brengt ons helemaal tot Samaxi en ondertussen stopt hij nog voor thee ook. Hij spreekt een woordje Engels, is lovend voor buurland Georgie, meent Armenie in 2 weken in de pan te kunnen hakken maar tegen beschermheer Rusland willen ze niet ingaan en is toch ook een beetje kritisch voor zijn eigen land en politieke situatie. Hij biedt ons aan om te overnachten in zijn mansion, een gratis overnachting is natuurlijk altijd interessant nu we zo krap met onze cash zitten maar we bedanken want we willen toch graag naar Lahic. We krijgen nog 2 plezante liften, eentje van een Lada Niva (Kristine content) met 2 enthousiaste oude mannekes en een van hen zijn klein zoon. Ze zien ons staan en komen breed lachend op ons afgereden: “Dedochka’s! Sadies! Ad Kuda?” Als ze ons afzetten is de volgende een GAZ-truck, een heel oud stukje Sovjet geschiedenis, voor de laatste 20km. Het ding kruipt de bergen op en die laatste 20km duurt bijna een uur! En dan zijn we in Lahic! Een klein dorpje met enkele guesthouses. We worden afgezet voor de deur van het bekendste, ze spreken geen Engels maar de telefoon wordt genomen en er volgt al snel een telefoontje met de Engels sprekende eigenaar. Hij is een beetje heel glad: “Did you see the room? It is the best! Very luxueus, warm, comfortable and only 90 Manat (45 euro) but for you discount to 70 Manat!” Na onze: “we have no Manat” kunnen we ook in Euro’s betalen en we krijgen de kamer met ontbijt voor 60 Manat (30 euro) maar wij willen toch nog eens wat rondzien. Er volgt nog een “no money, big problem gezever” maar wij gaan op pad… De straten komen niet echt overeen met onze GPS en kaart maar uiteindelijk vinden we een kamer voor 30 Manat, de helft dus. Er wordt nog eten voor ons gemaakt, er is WiFi en het is warm… Meer hebben we niet nodig. |
Day 5Terug naar Groezia
We staan opnieuw op tijd op, we willen vandaag terug naar Georgie. Eerst ontbijten: brood met kaas en thee en dan eens naar de rekening vragen, die 30 Manat voor de kamer, dat weten we al, maar wat het eten van gisterenavond ons gaat kosten daar hebben we geen idee van… We hebben nog 11,6 Manat en we vertrekken naar Georgie dus veel willen we niet afhalen maar voor alles wat we afhalen is de transactie kost min 5 euro dus dat wordt zowiezo een dure afhaling… Als de rekening komt, verschieten we wel even: 60 Manat, 30 voor de kamer, 30 voor het eten. Dat eerste waren we overeen gekomen, dat laatste is zwaar overdreven maar we hebben het op en hoe gaan we dat uitleggen met ons beperkt Russisch? We overleggen even, besluiten dat we het er toch niet bij gaan laten, nemen pen en papier en beginnen voor alles wat we gegeten hebben de prijs te vragen en maken een lijstje… Als snel blijkt dat onze hostel eigenaar als hij aan 30 wil geraken zich toch in bochten moet wringen en rekent hij ons zelfs de suiker in de thee aan voor 1 Manat (0,5 euro) we lachen er eens mee, doorstrepen dat weer omdat we geen suiker in onze thee doen,… uiteindelijk komen we aan 53 Manat, wat nog overdreven veel is. Maar hij discussieert er niet over, hij weet goed genoeg dat dat nog teveel is. Wij zijn wat ambetant en lopen het centrummeke in op zoek naar de bank, in de hoop 20 euro te kunnen wisselen in plaats van te moeten afhalen. Maar de bank is gesloten, moeten we dan echt de automaat gebruiken en 5 transactie betalen voor zo een klein bedrag…? We kijken eens rond en vragen een oud madammeke van een winkeltje of ze onze 20 euro wil wisselen. Volgens de officiele rate moet ze ons dan 38 Manat geven. Ze heeft er 35… Dat is nog altijd beter voor ons en liever dat zij er 3 Manat aan verdient dan dat de bank er bijna 10 verdient… Allemaal goed en wel maar daarmee komen wij nog steeds maar aan 46,6 Manat wat er nog geen 53 is natuurlijk. We gaan terug naar ons hostel, en besluiten verder te onderhandelen en nogmaals te zeggen dat het alles is dat we hebben (we hadden gisterenavond al gezegd zonder cash te zitten). Uiteindelijk neemt de man de 45 Manat zonder discussie aan, die 1,6 mogen we zelfs nog houden. Hij tevreden, wij tevreden en we kunnen weer verder… Een lift van een race-opa met Ladatje, een camionnetje en een auto die al zijn koelwater verliest op het moment dat hij ons afzet later staan we weer langs de kant. We worden opgepikt door 2 Azeri’s in een Georgische auto, de bestuurder spreekt weinig Engels, zijn passagier geen woord, is niet van de slimsten, zit geen seconde stil en blijft maar tegen ons bezig. We zijn het snel beu maar hij heeft het niet door. Uiteindelijk belanden we in Seki, daar krijgen we een lift van een Turkse trucker die bijna heel de weg geen woord zegt, een verademing. Af en toe met wat gebaren maakt hij ons iets duidelijk. We kunnen helemaal mee de grens over, geen gedoe deze keer, we mogen “de fast lane” nemen. Op deze grenspost zijn we de enigen, we moeten zelfs wachten tot het cigaretje op is, voor ze in hun kot kruipen en onze paspoorten stempelen. Dan de wandeling door niemandsland, en onze truck rijdt zelfs ook al voorbij! Georgie in gaat even vlot en we wandelen verder, nemen nog een paar foto’s en dan is onze truck er ook weer. We stappen in voor de laatste kilometers tot Lagodekhi en zoeken daar een hostel en een restaurant. |