Tot zover konden we alleen maar fantaseren hoe India zou zijn. We horen en lezen verhalen en zien af en toe eens wat beelden in de vorm van een foto of video. Maar de eigenlijke ervaring kan toch alleen maar ervaren worden door er te zijn. Te proeven, ruiken, voelen en zien. En dan nog. India is groot. Is veranderlijk in de tijd door seizoenen, maar ook over de jaren heen. Mijn blik is niet die van een ander en mijn India, mijn perceptie, zal de mijne zijn. De mijne start buiten het seizoen, op 11 mei, in de hitte voor de monsoon. In Varanasi of misschien al aan de grens in Sunauli.
De wel gekende Indische drukte is tot zover niet drukker dan een ander Zuid-oost Aziatisch land. Enkel de hoeveelheid trucks aan de grens naar Nepal waren verbazingwekkend. Maar dan ook logisch, India neemt heel wat resources van zijn buurland. Een politiek spel. De rit van Kathmandu naar de grens wordt gedomineerd door trucks die de hele geasfalteerde weg opslorpen en de rijstroom doen vertragen. Aan Indische zijde is het dan ook voor het gewone verkeer een weg banen tussen en naast de ingepalmde geasfalteerde weg vol trucks. Ook hier honden op straat. Maar niet in aantal vergelijkbaar met Nepal. Hier is de echte hond een koe. De hond die aan de rand van een straat ligt te slapen is een koe. Een koe in allerlei vormen en soorten. Van kolossale beesten tot vreemde koeien met een bult in de nek tot de koe die meer lijkt op hoe wij ze kennen. Ze zijn zoals de welverzorgde straathonden in Nepal. In gigantische aantallen. Nepal als voorbereiding op India. Nepal is een klein land bijna volledig opgeslorpt door de himalayas. Bergachtig. Minder volk, een andere vorm van toerisme, minder zuurstof, eerder veel stof en een ander ritme. Het toerisme in Nepal is een belangrijke bron van inkomsten. Elke toerist geeft 5 Nepalezen een job. Dankbaarheid door jong en oud voor een toerist die vrijwilligerswerk komt doen of gewoon geld spendeert, aan trekking of bengee jumping of wat dan ook, zeker na de terugval van toerisme na de aardbeving een jaar geleden. India heeft geen nood aan toeristen, die gaan toch blijven komen in grote aantallen. Een land met een enorm aantal inwoners, veel armoede en lagere lonen dan de Westerse wereld waar ze voortdurend mee in contact komen, zowel door toerisme als door de handel met de Westerse wereld. Veel internationale bedrijven produceren wel IETS in India. Domme onwetende toeristen geld afluizen is dan ook geen vreemd gevolg. Waar ik overigens vanaf de grens tot aan Varanasi niets van heb gemerkt. Bij aankomst in een nieuw land ben je namelijk een goed slachtoffer. Nog onwetend over hoe alles in het nieuwe land gebeurt, hoeveel iets kost en onwetend over hoe oprecht mensen u willen helpen. Is dat comfortabel? We nemen de trein van Gorakhpur tot Varanasi met het idee dat ik amper zitplaats of ruimte ga hebben. Een oudere trein staat op perron 3 te wachten. Ons ticket bemachtigen heeft enige tijd geduurd. Nergens informatie in de inkomhal en ook geen Engels sprekende helpende Indiërs. In een onverwacht hoekje vinden we twee slapende mannen in een kot met toerist information op geschreven. De ene wordt wakker en helpt ons in een moeizame conversatie verder met ons ticket. De andere gebaren we verder te slapen. Na ons origineel plan te wijzigen loopt de man richting een loket en gebaart ons mee de wachtende rij voor te steken. Twee seconden later hebben we ons ticket voor 85 roepies naar Varanasi ipv Kolkata. We halen onze spullen in dat kotje en de man doet een magere poging nog wat zakgeld van ons te krijgen. Hij deed amper moeite, wat aantoont dat het voor hem enkel een extratje zou kunnen zijn. Eens in de trein plaatsen we ons op een belachelijk lange bank, spullen op het rek bovenaan. Dames zitten liever niet naast Jeff en voorkomen dat op een slimme manier. Een zieke man legt zich naast hem neer en wordt de hele rit lang verzorgd door een dame. Water in een bekkertje, een doekje nat maken, zijn hand vast houden, hem laten bellen enzovoort. Zowat iedereen heeft de neiging zijn slippers uit te doen wanneer het kan en de voeten op de zetel tegenover te placeren. Of met één voet op de bank naast de heup, met de arm leunend op de knie. Zoals het naast kleermakerszit dé manier is om op de grond te zitten. Of toch naar mijn mening. Zowel op de bankjes in de perrons als in de trein zit iedereen in een houding die ik thuis vaak heb aangenomen, om dan de vraag te krijgen: "Is dat comfortabel?". Kom naar India en je zult zien dat het dat zeker is. De drukte in de trein valt heel goed mee en de trein is meer dan comfortabeler dan mijn buservaringen in Nepal. Wel zijn er gewapende controlleurs, waarschijnlijk voor vrouwelijk geweld op openbaar vervoer en zwartrijden tegen te gaan. Dit is mijn eerste indruk, na twee dagen. Ook deze zal zeer zeker veranderen naarmate ik hier meer tijd spendeer en ervaringen beleef. Maar zolang je gekkigheid verwacht; weet dat je zeer zeker eens gaat afgeript worden, een verbranding in de Ganges met enkele meters verderop een badende man en spelende kinderen die hun trucjes bij het duiken aan elkaar tonen gaat zien, ga je niet zo snel onder de indruk zijn. Wat er effectief te wachten staat in India is een fijne onwetendheid. Waarschijnlijk een land dat weinig gaat vervelen. Een reeks ervaringen die zeer zeker uiteindelijk, misschien na jaren van bitterheid, een glimlach gaat brengen, of de slappe lach.
0 Reacties
|
Related Articles |