Een maand lang heb ik van pagoda naar pagoda getrokken. Een tempel als mijn dak boven het hoofd. Boeddhistische kloosters zijn wel verspreid in zuid oost azie. Op een kleine 10km zijn er vaak 4 kloosters. Elk dorp heeft er minstens één. Het vinden van een klooster is dus niet moeilijk. Hoewel de kleine dorpen en hun tempels niet op onze kaart te vinden zijn (maps me). Enkel grote zijn aangeduid, maar vaak passeer je er meerdere en heb je maar te kiezen. Ook kan je eenvoudig 'Wat' vragen aan de lokale bevolking en het aantal km. Enkel deze in gebruik zijn van toepassing uiteraard. Angkor Wat is geen optie.
De tempel wordt telkens met een poord aangeduid, misschien een km of halve kilometer van de eigenlijke ingang. In een dorp zal de straat richting de Wat, meestal vanaf de hoofdbaan van en naar het dorp, dus een poord hebben. Vragen of we mogen overnachten gebeurd met een vertaald zinnetje in de lokale taal (Lao, Kmer, Thai), vaak is er niemand die Engels spreekt, op enkele woordjes misschien na. Maar een gebaar en uitdrukking zegt of je welkom bent. We zijn nooit geweigerd. In principe is een tempel een plek waar monniken je altijd helpen. Er zijn vaak vele weeskinderen of mannen die mentaal gehandicapt zijn of misschien een drankprobleem hebben. Het is natuurlijk geen hotel. We gaan enkel 's avonds naar een tempel wanneer het net donker wordt of al donker is. Toekomen om onze spullen te droppen en dan het dorp of de stad gaan verkennen is niet direct respectvol of dankbaar. Ook eten monnikken niet in de avond, de laatste maaltijd is om 11uur. Zodus is het kwestie van geluk als je nog iets te eten krijgt. Soms koken we nog iets ter plaatse. Instant noedels of rijst, of een salade. Alle tempels hebben eenvoudige faciliteiten. Meestal worden we een plek in de tempel zelf aangeboden, waar vaak ook wordt gegeten. Een vloer met enkele matjes, en af en toe een muskietennet en een kussen al dan niet een meditatiekussen bedoeld om op te zitten. Ondertussen hebben we een muskietennet aangeschaft. Voordien zetten we de binnentent op als bescherming. Het toilet is vaak ook de douche. Er is geen sproeikop voor het toilet of de douche. Eerder zal het een eenvoudig squat toilet zijn met een reservoir en klein emmertje of kom ernaast. Een kraan voor het reservoir te vullen. Hiermee is alles in de toiletten opgesomd. Hier en daar zeep, anders zelf mee te brengen. Het eten is zeer variabel en scheelt van klooster tot klooster. Soms lekker en soms niet. Allesinds interessant om lokaal eten te proberen. Maar wordt geserveerd om 7 en 11 uur aan de monniken. Nadien eten de andere, wij en diegene die koken of op bezoek zijn voor een gelegenheid of ook door de monniken worden geholpen. Er zijn soms kippen en vaak honden en katten in en rond de tempels. De gong voor het opstaan gebeurd vaak om 4uur in de ochtend. Vanaf dan is er zeer zeker beweging in de tempel, en dat tot soms 12u 's avonds. Met gezang, chanting, en andere activiteiten zoals bidden, leren, eten, mensen een blessing geven,... Jonge monniken zijn nouris, er is steeds een hoofdmonnik, abbott, soms slapend naast Boeddha in de tempel als beschermer. Vrouwen kunnen een monnik niet aanraken. Ook kunnen ze geen monnik worden in Zuid Oost Azie, of daar is alleszins controverse over (wel non, Mae Chiis), in het terrevada Boeddhisme, afkomstig uit Nepal en India, maar verschillend van het Mahayanna Boeddhisme zoals ook in Tibet. Maar gelijkaardig aan Sri Lanka. Zoals in de meeste landen zijn de maatschappijen gegroeid en gedomineerd vanuit een mannelijk perspectief. Dit is nog materie om me nog verder in te verdiepen, zeker gekoppeld aan Boeddhisme. Een levenswijze waar er respect is voor elk levend wezen en ego en ongelijkheid achterwege zouden moeten worden gelaten. Voordat deze landen Westerse kolonies werden, hebben ze eerst een grote invloed van India meegemaakt (Hindoeisme (zoals Anglor Wat tijdens de Kmer era) en Boeddhisme, de religies voordien is weinig over gekend. Daarna invloeden van China. Het Boeddhisme en zijn rituelen worden heel anders gepraktiseerd dan in de landen van oorsprong, Nepal en India. Het is een hele fijne ervaring om het Boeddhisme in Azie te observeren vanuit een tempel, als gast. Voor alle hulp en deze unieke kans alle dankbaarheid en respect. Met 'Dank u' in de lokale taal als meest gebruikte woord voor alles wat wordt aangeboden. Water, eten, een vloer, een gesprek. Comfortabel of lekker is irrelevant, maar mooi meegenomen. Nog meer dank. Maar het brengt ook een kritische blik. Elke monnik heeft een GSM en een facebook. We krijgen vele vriendschapverzoeken van hen. Bedelen, bedelmonniken (een monnik wijd zijn leven aan de leer van Dharma en leidt een celibaat eenvoudig leven zonder afleiding zoals een gezin, een job enz.) wordt zeer letterlijk genomen. Elke ochtend gaan de monniken met hun schaal rond van huis naar huis, of restaurants. Ze krijgen voedsel en geld. Ook wordt er vaak geoffered door de bevolking in de tempels en zijn er vele donnaties. Door hoe deze rituelen en gebruiken zijn opgebouwd is de donatie zichtbaar en brengt enige druk met zich mee om geen gezichtsverlies te leiden, het ergste dat een Thai overkomen kan. Schenkingen worden zelfs op de muren geschilderd met naam en bedrag. Hoewel in het Boeddhisme het ego niet gestreeld of gekrenkt hoort te worden, maar wel hoort te verdwijnen. Het geven van donnaties en het rollen van geld plaatst de monniken, en in het bijzonder de hoofdmonniken in een grauwer daglicht, eerder in een schaduw van een businessman. De monniken kiezen zelf waar ze zich in verdiepen en welke vakken ze volgen. De leer van Gautama Buddha, het gezicht van elke muurschildering en beeld, Dharma wordt niet meer correct toegepast. De basis en oorspronkelijke intenties lijken wel een vage herinnering. Als we vragen aan de monniken wat het verhaal is dat in de tempel wordt afgebeeld of waarom ze dit of dat doen wordt duidelijk dat het niet bestudeerd is met passie, maar een schoolvak was gelijk een ander of een gewoonte, zo doen we dit. Het is een blinde devotie geworden, een religie en een dogma, eerder dan een levenswijze. Vele monniken zijn ex-criminelen of jonge kinderen die alles hebben geleerd als een waarheid en niet metteen hebben gekozen voor het pad naar verlichting, maar omwille van omstandigheden er eenvoudig weg zijn opgeplaatst en achtergelaten met de enige keuze het bewandelen. Ook is het gebruikelijk dat elke jongen minstens 1x in hun leven als een monnik leven. Daarnaast is het voor armere mensen in bijvoorbeeld Laos de enige manier om hun kinderen een (gratis) opleiding te geven. Vele mannen zijn dus waarschijnlijk ooit een monnik geweest. Filosofie en geschiedenis is een keuzevak. Vipassana iets dat ze wel kennen, alsof ze het ooit eens hebben moeten proberen of eens in hun boeken gelezen hebben. Economie en bussiness is ook een richting die ze uitkunnen. Het is geen pure vorm van Boeddhisme meer, de juiste vakken zouden verplicht moeten worden, met discussies om hen een kritische kijk op het leven, zichzelf en hun leer te hebben. En alle andere interesses zouden zelfstudie kunnen zijn met de nodige kennis in een bibliotheek verzameld. Als ze de tijd nemen en krijgen om hun leven te wijden aan het pad van Buddha, is alle wijsheid beschikbaar. Maar in plaats daarvan komen wij als gast in hun leven en in hun tempels rokende monnikken, jong! (10jaar soms) en oud met een spuitbus tegen insecten, tegen die handelen in zaken en geld, in rituelen en gewoontes, in blinde devotie, in een kennis en wijsheid over het leven, ook met al zijn valkuilen (zonder deze het gezicht van een vrouw te geven! Als een verleidelijk serpent) en lelijkheid, die zelfs in hun handen verloren lijkt te gaan, hoewel ter beschikking. Officieel mogen ze geen winst maken, en dus geen zaken doen. Maar ook hier zijn achterpoortjes voor gevonden. Zoals het offeren en betalen met een sigaret voor een religieuze tattoo, Sak Yant om de soldaten te beschermen, in Thailand. Zoals gevangen in een Zuid-Amerikaanse gevangenis hun luxe afbetalen met sigaretten. Of hun religieuze positie gebruiken om dingen te krijgen of te luieren wanneer een band van een auto moet worden vervangen, opweg naar bussiness, en het werk door andere moet worden gedaan terwijl de monnik in een hangmat met zijn GSM bezig is. Het ego is gegroeid. En eindeloze compassie en liefde voor iedereen, elk levend wezen en dus ook insecten of kippen (maar ook in India heb ik de heilige koeien ook al pak slaag zien krijgen of zelfs een tuk tegen zien botsen om de koe van de weg te krijgen), met goede en slechte acties, vervaagt. Maar dit is enkel een snelle observatie van een maand en half in verschillende tempels te overnachten en leven. Los hiervan is deze blinde devotie terug te vinden in alle religies, alsook in nationalistische partijen en devotie in het leger voor eigen land, of misschien zelfs bij tv-serie volgers of nieuwskijkers met hun betere nieuwszender vol waarheden. Maar ook ik probeer een goed mens te zijn en deze observaties te zien als menselijk gedrag passend in zijn context, in de geschiedenis en evolutie van de dingen, en deze zonder wijzende vinger te benaderen (of deze af en toe eens naar mezelf te richten aangezien ik ook maar mens ben). Maar te glimlachen en dankbaar te zijn voor elke hulp die ik op mijn pad in het ontdekken van de wereld tegen kom. De wereld te observeren en te begrijpen, om dan te accepteren en te waarderen dat de wereld bestaat uit tegenstellingen en paradoxen. En het is nu eenmaal niet eenvoudig ons te houden aan de 10 geboden in het Christendom, of the 5, 8 of 10 geboden in het Boeddhisme of andere morele regels in andere religies.
0 Reacties
|