Vanuit Battambang gaan we liften richting de kust, Koh kong, een grensstad met Thailand. In Thailand willen we naar een eiland met wild beaches. De overige dagen op ons visa willen we inzetten om al dichter bij het eiland en dus de zee de grens over te steken. 270km. Maar de weg er naartoe is een kronkelende weg op de kaart, met enkel 1 dorpje te zien. Er gaan dus enkel kleine dorpjes op de weg zijn, niet wetende hoever ze van elkaar liggen. Zolang we asfalt blijven houden is het goed.
We verblijven in Banan aan de Banan tempel in een Boeddhistisch klooster vlakbij. Een hutje onder een vruchtenboom naast het water. Muskietenvrij door ons net, maar nu en dan met een hels kabaal, als een bom die inslaat, een vrucht die op het metalen dak stort. We gaan voor een ontbijt: geroosterd brood met gefrituurde banaan en aardappel en thee. Na wat luieren en lunch in het klooster beginnen we aan onze tocht. Een eind stappen veranderd de asfaltweg in een aardeweg. De auto's zijn schaars, maar elke auto die we tegenkomen neemt ons mee uit meelij. Zodus een koppeltje passeert ons wandelend in de modder en voert ons tot de volgende splitsing. Onderweg kopen ze twee maiskolven voor ieder van ons. Ik op Oleg's schoot en Andrii met zijn backpack op de schoot, de auto is vol geladen. We vragen onze waterflessen te vullen en wandelen weer eventjes tot een tractor, een inelkaar geflanste machine met een paar planken voor de lading te vervoeren (veel vorkomend in azie), ook lokalen gebruiken deze om enkele km verderop te geraken. Alsook wij. Wanneer onze wegen scheiden is het weer even stappen. Tot opnieuw een auto stopt en ons tot aan de volgende splitsing brengt, deze jongens hebben maiskolven in hun wagen liggen en bieden ons een zak aan met 3kolven voor elk van ons. We slaan links af en zien dat er een feest aan de gang is. Het is ons niet duidelijk of het een trouw is of een verjaardag. Maar we worden uitgenodigd aan tafel, het eten nog niet aangeraakt. We krijgen een feestelijke maaltijd en worden ontvangen als eregasten. Bier, vis, vlees, en noem maar op. Elk bord met lekkers wordt ons in de hand geplaatst en de feestbeesten bestuderen ons aandachtig wanneer we een hap nemen. Ze worden er gelukkig van en blijven ons maar voederen. Alles moet ons eerst passeren. Verder bedienen de mooi opgetutte kinderen met een dike laag witte schmink en lippenstift ons met ijs. Ook worden we uitgenodigd om te blijven overnachten wanneer we uitleggen dat we naar Veal Veng gaan, het enige dorp op onze weg op de kaart. Dit aanbod besluiten we af te slaan aangezien het feest nog maar net begonnen is en waarschijnlijk eindigt in een zatte bedoeling. Onze magen zijn volgepropt van het overvloedige eten van vandaag. We stappen verder tot we het stillaan beu zijn en er geen enkele passage meer is op brommers na. Een leegstaand huisje trekt onze aandacht. We wachten nog eventjes voor de avond valt op een passeerende auto. Wanneer deze niet komt genieten we van zonsondergang en de sterrenhemel. We hangen ons muskietennet en gebruiken de hoes van een tent als matras. Als we gisteren dachten dat we aan het offroaden waren, dan is dat omdat we nog niet wisten wat ons vandaag te wachten staat. We wandelen enkele km op een zandweg in een mooie natuur, op nuchtere maag. Uitgedroogd komen we een huisje tegen. We vragen of we onze flessen mogen vullen en eten een maiskolf. Tijdens het ontbijt komt er een tractor langs. Die neemt ons mee tot het dorp verder. Opnieuw stappen. De weg is nat en modderig en sommige stukken staan volledig onder water. De weg is er hevig aantoe. Maar na enkele km passeert een volgende tractor voor enkele km. Hierna is de weg op zijn ergst en af en toe hellend. Een 'do it yourself' truck neemt ons deze keer mee. Balken vormen een platform en tussen de balken door zijn er allerlei rotterende onderdelen. Opgepast met de benen en voeten. Opgepast voor de bulten en putten en gerammel van het hele ding of je vliegt er af. Zeer oncomfortabel ritje, maar we hoeven niet te wandelen. Deze brengt ons toch al wat meer km verder. Tot aan een grotere splitsing met asfalt. We eten een soepje en wandelen weer verder. De asfalt stopt al weer snel wanneer we de volgende splitsing bereiken met een minibusje. Hier stappen we weer verder over een rivier en door enkele dorpjes. Opnieuw enkele keren de weg onderwater. Wanneer het wandelen weer zwaar wordt komt er een pick up langs. Die neemt ons door heel wat diepe plassen en modder. De volgende auto is een man met twee jongens. Die wou neemt ons km verder door jungle en bergen. Het is een offroad door de jungle, langs het meer. Dit is onze langste rit. We eindigen in een dorpje, de zon begint stillaan te zakken en we willen niet verblijven in het enige guesthouse, voor ecotourism bij het meer. We wandelen en komen te weten dat een klooster 6km verderop ligt. Te ver, te moe. We 'kloppen' dus aan deuren. De huizen zijn hutjes met winkels, kleine stock van wat chips en drinken, en zit- en hangplaatsen buiten en onder het huis. Geen deuren. In een winkel vragen we of we mogen overnachten. Een van de shoppers nodigd ons uit bij haar thuis. Een klein huisje van twee kamers en geen vloer maar zand. De kip is in een hoekje aan het broeden en onder de kooktafel is een hond haar 3pups aan het beschermen. Een verhoogde zitruimte wordt ons bed. De keuken is uitgerust met enkele schabben en een open vuur voor het koken. We krijgen een avondmaal en kijken Canbodian idol op TV. Wassen kunnen we buiten doen met wat water. Het toilet bestaat uit een shop, een lamp en een hele tuin om over te hurken. Maar in de nacht een hele belevenis als je de blaffende honden meerekend. Die beschermen hun pups en de niemand wakker maken blijkt onmogelijk. De man koopt speciaal voor ons water. In de ochtend krijgen we ontbijt. Rijst met vis en groentjes. Daarna nemen we afscheid en gaan we weer verder. Als we gisteren dachten jungle te hebben zien en het ontoeristische Cambodja dachten gevonden te hebben, wisten we nog niet wat ons vandaag te wachten staat. Het hele dorp lijkt een grote bananenboerderij. We bewandelen de aardeweg die nog verder wordt aangelegd en platgestampt. Een tractor is opnieuw het enige dat ons passeert in de ochtend. Een eind verder begint het te regenen en schuilen we in een cd winkeltje. Waar ik voor het eerst sinds dagen weer een grote toiletbeurt heb kunnen doen achter het gebouwtje tussen de planten. Een volgende tractor neemt ons mee. Een man in tegenovergestelde richting stopt en vraagt waar we heen willen. Hij geeft ons een $6 voor een taxi. We wandelen verder en wassen ons in de rivier. We geraken tot aan een grote damconstructie, gesponserd door China. En streng bewaakt. Een man met brommer en enkele pintjes te veel in de maag houdt Andrii minstens een uur en half bezig. Praten en uitbeelden met veel lichaamstaal. Andrii probeert vriendelijk te luisteren en maakt er zijn eigen verhaal van. Van muggen en malaria tot niet in de dam zwemmen. De man raakt Andrii vordurend aan en tekent allerlei dingen op de grond. Wanneer hij lijkt te vertrekken vind hij weer een nieuw onderwerp. Zonder een woord te verstaan blijft het gesprek duren. Eindelijk passeert er vervoer met meer dan twee wielen. Een truck met lege bidons voor benzine neemt ons mee tot aan Koh Kong, eindbestemming. De weg is hobbelig en zanderig voor een hele tijd, tot we een betonnenweg tegen komen. Deze brengt ons door mooie landschapoen en bergen, soms stijle helligen. Genietend van het uitzicht. We spenderen het geld aan een avondmaal en de nacht weer in een Boeddhistisch klooster.
0 Reacties
|
Related Articles |